
FIETSEN NAAR SICILIË







Vorig jaar vatte ik het plan op om naar Sicilië te gaan fietsen, op een e-bike. Daarmee zag ik een mogelijkheid om over bergen te komen die ik voor mezelf als onneembaar achtte. Deze tocht naar Sicilië wordt de test.
Op 17 april ben ik vertrokken. Ik volg een beschreven route van Amsterdam naar Rome. Na Rome moet ik zelf bedenken hoe ik naar Sicilië fiets, daar zijn geen beschreven routes van. In Nederland ben ik via Zwolle-Arnhem-Venlo en Roermond naar de Duitse grens gefietst. Bij Vlodrop de grens over, richting Bonn. Vanaf Bonn langs de Rijn naar Koblenz, onder Mainz langs door de landerijen naar Heidelberg. Langs de Neckar en de Kocher naar de Schwäbisch Alb, op weg naar Garmisch-Partenkirchen, vlakbij de Oostenrijkse grens. Daar zal ik omstreeks 8 mei zijn. Daar begint de klim over de Alpen. Dan mag de batterij een beetje gaan meehelpen, tot nog toe heb ik die lang niet altijd gebruikt. Ik verlang wel erg naar die andere kant van de Alpen! Het weer heeft niet meegezeten tot nu toe: koud, en de laatste dagen ook nat. De mooie dagen, zoals op de foto, zijn op de vingers van één hand te tellen. Maar, buiten dat loopt alles voorspoedig. In Italië zal ik nog wel eens met smart terugverlangen naar het weer boven de Alpen!
Voor overnachtingen maak ik gebruik van WarmShowers-adressen, als dat niet lukt bed & breakfast. In Italië hoop ik ook te gaan kamperen, afgewisseld met WarmShowers via www.warmshowers.org.
Op die website ontmoeten fietsers elkaar die elkaar onderdak willen verschaffen. Het is een wereldwijd netwerk en aan de overnachtingen zijn geen kosten verbonden. De Warm-Showers adressen zijn geweldig. Overal een warm welkom, en altijd de vraag of ik mee eet. ’S Morgens een ontbijt is vanzelfsprekend en, fietsers onder elkaar, hebben we leuke tips en gesprekken. De gastgevers nemen je soms ook ergens mee heen. Zo was ik bijna bij een klimaatdemonstratie in München terecht gekomen. Morgen ga ik mee naar een orgelconcert en een verjaardag. Bij de Warmshowergroep kijkt niemand op van mijn fietstocht, de meesten fietsen meer. En ook dat ik dit in m’n eentje doe baart nauwelijks opzien. Maar buiten deze groep kijken veel mensen er van op. In Braunsbach sprak ik twee bouwvakkers, die keken echt alsof ze water zagen branden. Ze stelden strikvragen! Een vrouw die ik op een veerboot sprak haalde direct haar medepassagiers uit de auto en moest ik nog eens vertellen waar ik heen ging. Soms word ik op straat staande gehouden met de vraag waar ik vandaan kom en waar ik heen ga. Daarna altijd verbazing en bewondering. Maar ja, ik fiets toch maar zo'n 70 km per dag, zo ingewikkeld is dat niet.
De eerste weken van mijn fietstocht was het erg koud en nat, tot in Zuid Duitsland. Kletsnat kwam ik aan in Garmisch-Partenkirchen. De volgende dag klaarde het wat op en de dag daarna was het zowaar de hele dag droog. Daarna heb ik op mijn hele reis geen druppel regen meer gehad! Na Garmisch-Partenkirchen begon de klim over de Alpen al snel. De route ging over de Reschenpas, plm. 1500 meter hoog (foto). Die klim viel reuze mee, je ging in etappes omhoog en de wegen waren niet al te steil. De laatste 100 meters klimmen waren nog het lastigste, licht omhoog op een vlakte met een forse en koude tegenwind. Daarna ging het, inmiddels in Italie, via een fantastisch fietspad heel erg lang naar beneden. Ik denk dat ik wel meer dan vier dagen achter elkaar alleen maar gedaald ben. Was het voordat ik de Alpen over ging al droog geworden, na de Alpen ging de temperatuur ook snel omhoog. In Bolzano heb ik mijn warme kleding op de post naar huis gedaan. Dat ruimde lekker op.
De route die ik fietste werd door meer Nederlanders gedaan, we kwamen elkaar steeds tegen. Met vijf van hen maakten we een whatsapp-groepje en hielden elkaar op de hoogte van waar we zaten en gaven tips door (foto). De route ging in Italie via Merano, Bolzano, Trento, Verona, Ferrara, Ravenna en Assisi naar Rome. Bijna uitsluitend over fietspaden of rustige wegen!
Naast de Warmshower-adressen waar ik in de vorige Kop d’r Veur over schreef, ben ik in Italie ook gaan kamperen. Dat was weer even wennen, het tentje was wel heel erg klein! Maar, het paste en lukte allemaal (foto).
In Rome kon je vanaf de camping nog via een fietspad naar het St. Pietersplein (foto). Toch wel een belevenis.
Onderweg had ik leuke ontmoetingen. Wat te denken van een vrouw bij wie ik overnachtte die ’s morgens voor me ging buikdansen. Een andere dame die me op straat aansprak en me bij haar binnen uitnodigde waar ik koffie en broodjes kreeg en ze me vroeg of ik het verhaal van Jezus wilde horen. Later zong haar man, begeleid op gitaar, ‘ So long Marianne’ van Lennard Cohen voor me. Alle coupletten, en mooi. Ontroerend was het.
Na Rome werd de tocht anders. Het stuk tussen Rome en Napels was heel verschrikkelijk: oninteressant, plat landschap, lange rechte en drukke wegen, heel veel afval langs de weg, slecht wegdek, veel platgereden beesten en glas op de weg. Dat alles in een brandende zon waar de weinige schaduwplekken die ik zag gebruikt werden door prostituees om hun klanten te werven. Bepaald geen feest om daar te fietsen. Fietspaden of minder drukke wegen waren sowieso niet meer te vinden. Om auto’s wat bij me vandaan te houden had ik een soort uitschuifstok gemaakt met aan het eind een vlaggetje (foto). Wegbewijzering was niet altijd even duidelijk! (foto)
Bij Napels passeerde ik de Vesuvius aan de oostkant en ging toen naar het zuiden, richting Salerno. Om daar te komen moest ik een paar venijnige hellingen nemen. Voor het eerst moest ik afstappen en stukjes lopend omhoog. Zelfs dalen moest ik lopend doen, de hellingen waren te steil om de fiets in bedwang te kunnen houden. De volgende doorsteek door berggebied was van Agropoli naar Sapri. Ook dat was soms heftig en moest ik afstappen om lopend verder te komen. Maar, dat lukte allemaal. Hier fietste ik wel weer door een prachtig gebied met tamelijk rustige wegen. Vanaf Sapri helemaal langs de kust van Basilicata en Calabrië. In het begin een prachtige kustweg met steile rotsen. Later kwamen er veel tunnels. Het ergste wat ik heb meegemaakt op deze tocht was door tunnels fietsen. Doordat het geluid van alle kanten wordt teruggekaatst kun je niet meer horen waar het vandaan komt. En het klinkt alsof er tien treinen tegelijk over een spoorbrug boven jou rijden. Het gehoor is dus uitgeschakeld, maar het zicht is ook niet al te best. Na zeven tunnels wilde ik wel naar boven kruipen, met fiets en al als ik maar niet weer door een tunnel hoefde.
In Villa San Giovanni nam ik de veerboot naar Sicilië (foto), een oversteek van 3 kilometer. Het was een geweldig moment: Sicilië in zicht! Inmiddels zit ik, na ruim 3500 km fietsen, op mijn plaats van bestemming aan de zuidkust van Sicilië en neem ik elke dag een duik in de Middellandse Zee. Eind juli komt mijn familie me met de auto ophalen om mij weer veilig thuis af te leveren. Ik denk dat ik tegelijk met de Kop d’r Veur op mijn deurmat val.
Wat een geweldige reis was dit!
Marianne Goorhuis
(Redactielid KdV, maar nu op reis).
